Hoe ga jij om met de dood?

In deze tijd van het jaar komt af en toe een beeld terug van heel lang geleden. Ik reed voor mijn werk over een brug in Wallonië en ik zag in het dal een dorpje met huizen in grijze natuursteen, een kerk in dezelfde steen met vlak ernaast een kerkhof. Het was het kerkhof dat mijn aandacht had getrokken of eerder een explosie aan veelkleurigheid. Het was begin november: mensen gedenken hun geliefden die dood zijn en doen dat onder andere met bloemen.

Ook ik zou aan geliefde mensen moeten denken die gestorven zijn: mijn vader bijna 7 jaar geleden, mijn favoriete opa zo’n 24 jaar geleden. En toch, ik ga niet naar hun graf. Niet omdat ik het per sé niet wil, eerder omwille van een ongemakkelijk gevoel. Hoe ga je om met iets dat onherroepelijk voorbij is?

Omdat ik geloof, keer ik mij nieuwsgierig tot God en tot de Bijbel op zoek naar hints, woorden van troost of wijsheid.

Wat zeg je nu?

In de evangeliën ontmoet je Jezus, die heel bijzondere dingen heeft gezegd en gedaan. Dat hij bijzonder was, bleek uit de massa’s mensen die hem steeds volgden. En af en toe zei Jezus iets waarvan je even in je haar moet krabben. “Heer ik wil u volgen maar laat me eerst mijn vader begraven. Maar Jezus zei tegen hem : volg mij en laat de doden de doden begraven”. Wat zeg je nu Jezus? Is dit hard bedoeld of wil Jezus duidelijk maken dat als je hem wil volgen, bepaalde prioriteiten in je leven minstens herbekeken moeten worden?

Een opgerichte steen

Ik kom in de Bijbel niet zo veel beschrijvingen tegen van hoe mensen met hun doden omgingen nadat ze begraven waren. Toch loop ik een tegen een pareltje aan in het oude testament. Toen Rachel, de vrouw van Jacob, stierf begroef hij haar en “op haar graf plaatste Jacob een gedenksteen” . Dat “oprichten van een steen” kom je nog wel tegen : men wilde een fysiek ijkpunt maken. Vaak deed men dat om zich te herinneren wat God in het leven van een mens (op die plaats) had gedaan. Jacob wilde dat men zijn geliefde vrouw herinnerde.

Goed nieuws in het oog van een vijand

Er groeit een besef dat we in onze maatschappij, veel meer dan vroeger, geneigd zijn doodgaan of vragen over de dood weg te stoppen. Het evangelie, wat ‘goed nieuws’ betekent, spreekt heldere en bevrijdende taal. Jezus had een duidelijke missie hier op aarde. Van één ervan zegt Paulus “maar nu is de genade bekend geworden doordat onze redder Jezus Christus is verschenen, die de dood heeft vernietigd” en elders zegt hij dat “de laatste vijand die vernietigd wordt is de dood”. Dat mensen doodgaan was niet Gods plan en Hij zelf biedt in Jezus een uitweg.

Vroeger dacht ik als jong gelovige : doodgaan, dat zal wel meevallen. Nu ik zelf (een beetje) ouder ben, verdwijnt de overmoed wel maar vind ik toch steun in het vers “de zoon (van God) is mens geworden om allen te bevrijden die slaaf waren van hun levenslange angst voor de dood”.

Het is goed nieuws dat de dood geen eindpunt is, want Jezus heeft een deur geopend die perspectief biedt na de (fysieke) dood, nl. een eeuwig leven met hem. Hij zei hierover “Ik ben de opstanding en het leven. Wie in mij gelooft zal leven, ook wanneer hij sterft.

 

Gebed: Here God, wilt u mij leren niet te krampachtig om te gaan met de gedachte aan lieve mensen die dood zijn gegaan. Ik wil U danken dat ze er waren en al het kostbare dat ze mij hebben meegegeven. Dank U dat door Pasen het bewijs is geleverd dat de dood als vijand is overwonnen. Als mijn moment van sterven is gekomen, laat mij ook dan zijn als een stevig gewortelde boom, vol van geloof en hoop. Maak mij tot dat moment alstublieft tot een levende getuige van dit goede nieuws.